Winderig
december 15, 2019
De noppen van Gruno
november 12, 2019

In de basis!

 

OZW 3 - Nieuw Roden 2

1 december 2019

Zaterdagavond 18.45 uur. De opstelling rolt de groepsapp binnen en voor het eerst sinds weken is deze weer relevant voor mij. Na me zes weken lang niet in het OZW shirt te hebben gehesen ben ik weer van de partij. De ene reden voor mijn afwezigheid - “Lars ik ben een weekendje weg en wil er nog een dag aan vastplakken, we hebben genoeg toch?” - was nog belachelijker dan de andere - “Lars, last van de achillespees, wordt hem ook deze zondag nog niet”. Ik constateer met toenemende opwinding dat ik in de basis sta. Verbazing komt niet bij me op. Ze hadden natuurlijk niemand die echt lekker achter de spits kan spelen, bedenk ik me.

Ik ben dusdanig opgewonden dat ik de opstelling ook even aan mijn vriendin laat lezen. Die reageert met de veelzeggende tekst: “Moet jij voetballen morgen dan?”. Even later gevolgd door: “Wie is Fafa?”. Ah dat verhaal had ik kennelijk nog niet verteld. Ik vertel de leuke variant. Die waarin alles goed gaat. Die waarin ik het regel. Met de echte Fafa, het OZW sjaaltje om zijn nek en die prachtige foto met ons team.

 
 
 
 

Zondagochtend 9.00 uur. Na een kort nachtje - Sinterklaas was langs geweest en daar moest nog lang over nagekaart worden - zit ik aan een kop koffie. Twee kleine krentenbolletjes werk ik zonder na te denken weg. Mijn opgewonden toestand is sinds de avond ervoor niet minder geworden, sterker nog, alleen maar toegenomen.

Vier woorden waren er voor nodig om een einde te maken aan dit euforische gevoel. Mijn schoonzus sprak ze uit toen ik aan de ontbijttafel plaats nam. “Gaat het wel door?” Binnen enkele seconden had ik de ijslaag op mijn voorruit ontdekt en in de app een filmpje met een ijskrabbende Bram ontwaart. “Krab ik nou jouw auto Herman?”. “Ja”. Op repeat is ie nog leuker. De podcast is er niets bij.

 
 
 
 

Maar wat ik er maar mee wil zeggen, de onrust nam toe bij mij. Mijn basisplaats was in gevaar. Ook TJ kon mij in de app niet geruststellen. Hij probeerde het nog wel. “We keuren de velden zelf. Ons veld is altijd droog. Het weekend was ook droog. Dus dat wordt gewoon kleden om half 10.” Misschien zei hij het vooral tegen zichzelf.

Dan maar zo snel mogelijk de auto in en naar het veld. “We keuren het veld zelf, we keuren het veld zelf,” herhaalde ik onderweg licht dwangmatig in mijn hoofd. Eenmaal ter plaatse bleken alle zorgen voor niets. Tebbens liep mij tegemoet, begroette mij geheel in de lijn der verwachting als nieuw lid, maar mijn blik was gefocust op Leen, die triomfantelijk het veld af kwam lopen. Het ging door zei hij. Verdomd, zo was het. We keuren het veld altijd zelf.

 
 
 
 

De voorbereiding kon nu echt beginnen. De kleedkamer om 9.30 uur, dat had ik gemist. De wedstrijd van het tweede bleek wel afgelast en meerdere spelers boden zich bij ons aan. Wij wilden alleen Ad. Toen de definitieve selectie zich had omgekleed nam Lars het woord. Hij ging er bij op een bank staan. Hij gebruikte in zijn speech opvallend vaak het woord energie. We moesten energie in ons spel leggen. En hij benoemde nog even dat de winning streak nu echt ten einde was. En dat dit het moment was om hem om te buigen.

Nu ik terugkijk probeer ik die energie te koppelen aan het ontelbare aantal foutieve passes in de eerste helft maar kom er niet uit. Het altijd zo vlotte combinatiespel kwam niet van de koude grond. Wilden we te graag? De 0-1 viel snel. Rik probeerde het in de groepsapp nog met een welgemeend “Oei, kom op mannen!!” Het mocht niet baten. Uit een standaardsituatie, een vrije trap, viel de 0-2. De aanleiding en oorzaak kan ik niet meer terughalen. Snelle jongens countervoetbal, zoiets.

Met de inzet was niet zoveel mis. De uitvoering van ons spel was alleen best dramatisch. Er was wel een veldoverwicht maar de eindpass kwam zelden aan. Toch was de 1-2 een logisch gevolg. En een mentale opsteker zo vlak voor rust. Ik was het zelf die het strafschopgebied mocht penetreren, een tegenstander op het verkeerde been zette en Herman in staat stelde te scoren.

 
 
 
 

We hadden er wel zin in geloof ik, direct na rust. Aangemoedigd door het publiek dat dankzij de afgelasting van het tweede in grote getale aanwezig was. We schoten snel uit de spreekwoordelijke startblokken en als... als... als TJ die bal gewoon laag in de verre linkerhoek had geschoten, dan was het waarschijnlijk een hele andere wedstrijd geworden. In plaats daarvan scoorde Nieuw Roden binnen 10 minuten 3x. Op identieke wijze. Ergens voorin of op het middenveld balverlies, een diepe bal, een lange rush en goal. Herman en TJ deden de score nog draaglijk lijken maar een overwinning zat er nooit meer in. Ik was inmiddels ingewisseld voor Ad.

We berustten in ons lot, al legden we het bijltje er niet bij neer. We vielen elkaar niet af. Bram nam het woord kleutervoetbal niet in de mond en TJ slikte een verwensing richting een collegaspits annex -middenvelder halverwege alweer in, gevolgd door een oprecht sorry. Dat was het winstpuntje van de dag. Daar kunnen we op door.

 
 
 
 

Leen had de bal nog op de stip kunnen leggen na een bal die met de bovenarm uit het strafschopgebied werd gevolleyd, maar ondanks Tebbens’ moord en brand (“Aanvallend hands is altijd een penalty, dat is nieuw dit seizoen.”) gaf Leen geen krimp. Het hielp ook niet mee dat hij hem kort voor de wedstrijd “geïnstrueerd” had eigen beslissingen te nemen na enige incidentjes in eerdere wedstrijden. Maar ach, anders kwamen we nog steeds een goal tekort.

We hebben weer een streak te pakken. Een serie van 4.

Herman gooide “Win some, lose some.” van Robbie Williams in de groepsapp.



FAFA